Metiso Dieren
mijn paard wil niet nageven

Help, mijn paard wil niet nageven! 6 Oorzaken en oplossingen

Je kijkt er altijd met een gevoel van verwondering naar; paarden die moeiteloos in een perfecte houding door de bak lijken te lopen. Hetzelfde geldt niet voor jouw paard, want die houdt zijn hoofd graag in zoveel mogelijk verschillende houdingen, behalve waar jij hem wil.

De vraag is natuurlijk hoe je dat nu voor elkaar krijgt, en waarom het bij je eigen paard, ondanks alle moeite die je doet, niet lukt. Helaas is er geen gemakkelijk antwoord, omdat er ontelbaar veel redenen zijn waarom een paard niet nageeflijk kan of wil lopen.

Het eerste belangrijke punt dat je altijd moet onthouden, is dat nageeflijkheid bij een paard het resultaat is van een ontspannen, recht paard dat goed reageert op je hulpen en geleerd heeft zijn lichaam correct te gebruiken.

Misschien heb je dit vaker gehoord, of misschien is het iets dat je niet wil horen, maar er is echt geen andere manier om je paard in deze gewilde houding te krijgen.

Door het hoofd van je paard in een bepaalde houding te dwingen is een soortgelijke houding te bereiken, maar je paard is dan niet nageeflijk en deze onnatuurlijke houding kan zelfs schadelijk zijn voor je paard.

Tegelijkertijd is het heel belastend voor je paard om met een giraffennek en een slappe rug een ruiter te dragen. Het is daarom begrijpelijk dat veel ruiters naar hulpmiddelen grijpen om hoofd van hun paard naar beneden te dwingen, maar dit is eigenlijk zelden een ideale oplossing.

Waarom wil je dat een paard nageeft?

Om te begrijpen waarom deze houding zo gewild is in de paardensport, is het belangrijk om te weten wat de voordelen zijn van een goede houding van een paard. Vergelijk het met zwaar fysiek werk doen met een slechte houding. Als je constant verkeerd tilt, krijg je last van je rug.

Een paard is niet gemaakt om een mens te dragen, en als je wil dat hij zo gezond mogelijk blijft, moet je hem aanmoedigen de ruiter met een goede houding te dragen.

Dat betekent dat hij belangrijke spieren aan moet spannen, die veel paarden van nature niet zo heel vaak gebruiken.

Kijk eens goed naar je paard als hij opgewonden in het weiland draaft. Een paard dat goed in zijn lijf zit zal meestal grotere, krachtiger bewegingen maken.

Hij lijkt zichzelf groter te maken, zijn achterhand zakt en de hele bovenlijn komt omhoog door het aanspannen van de buikspieren. Het lijkt bijna alsof hij zo kan opstijgen. Hieruit volgt dan die ronde halshouding die je zo graag wil.

Dit komt heel dicht in de buurt van de houding die je graag wil bereiken. Niet elk paard neemt zo’n houding van nature graag aan overigens, dit is afhankelijk van de gezondheid van je paard, zijn bouw en zijn fitheid.

Veel volbloeden zijn groot fan van een rondje ‘showen’, en omdat ze van nature makkelijker in deze houding lopen, hoef je vaak minder moeite te doen voor een goede houding onder het zadel.

Sommige paarden ontwikkelen door gezondheidsproblemen of verkeerde training een slechte houding, en dit kan problemen veroorzaken.

In het kort, is nageven een gevolg van een paard dat zijn lichaam, voornamelijk zijn achterhand en buikspieren goed gebruikt, en de ruiter met een goede houding draagt.

Het is iets om naartoe te werken door je paard te leren zijn lichaam goed te gebruiken als je op zijn rug zit, maar ook naast je paard kun je aan een goede houding werken.

Redenen waarom je paard niet na wil geven:

1. Verkeerde training

Dit is een vervelende, maar voor de hand liggende oorzaak. Onder verkeerde training vallen een heleboel zaken, maar meestal gaat het verkeerd als je te snel te veel wil bereiken. Het trainen van een paard is niet makkelijk, en neemt veel tijd in beslag.

Een getalenteerd, fit paard met een voordelige lichaamsbouw zal sneller een correcte houding aan kunnen nemen in alle gangen dan een paard die al deze dingen niet heeft.

Elk paard kan correct lopen, maar soms is er wat meer tijd nodig om de spieren en rechtheid te trainen die een paard nodig heeft om consequent een goede houding aan te nemen.

Daarbij kan een ervaren ruiter een paard sneller in een correcte houding trainen omdat deze precies weet welke training een individueel paard nodig heeft om tot dat resultaat te komen.

Raak niet gefrustreerd als het niet gelijk lukt, en schakel hulp in van een professionele trainer om je te leren welke stappen je moet volgen om je paard aan te moedigen zijn achterhand, rug en buikspieren te gebruiken.

Zelfs als je zelf weet hoe het moet, is het handig als er iemand meekijkt om je te helpen. Op de grond kun je dingen zien die je op je paard misschien niet merkt.

2. Scheefheid

Alle dieren zijn in meer of mindere mate scheef. Net als mensen, hebben paarden sterkere spieren aan de rechterkant of aan de linkerkant van hun lichaam.

In de natuur maakt dit niet zoveel uit omdat het paard zelf kan bepalen in welke galop hij bijvoorbeeld weg gallopeert en zonder ruiter kan een lichaam best wat scheef zijn. Bij een gezond paard zullen de verschillen ook niet extreem zijn.

Zodra een ruiter gedragen moet worden, kan deze scheefheid voor balansproblemen zorgen. Je merkt misschien dat je paard makkelijker om je linkerbeen buigt dan om je rechterbeen.

Alle oefeningen gaan misschien perfect op de linkerhand, maar op de rechterhand lukt het opeens niet meer.

Soms is een paard zo scheef, dat het zadel en de ruiter ook scheef zitten. Je eigen scheefheid kan dit probleem overigens ook veroorzaken en verergeren bij je paard.

Dit is opnieuw waarom het een goed idee is om iemand naast je paard mee te laten kijken. Daarnaast is het belangrijk dat je aan je eigen houding werkt en ook aan je eigen natuurlijke scheefheid. Omdat je gewend bent aan je eigen scheefheid, merk je het zelf niet als je scheef zit.

Een paard heeft vaak meer moeite zijn lichaam correct te gebruiken als zijn lichaam ongelijk gespierd is.

Het recht maken van je paard wordt ook wel rechtrichten genoemd, en dit is een vak opzich. Als je merkt dat de scheefheid van je paard een probleem is, is het daarom een goed idee om hulp in te schakelen van een goede instructeur.

3. Spanning

Spanning is een veel voorkomend, en soms lastig op te lossen probleem. Vaak treft het paarden die hoog in het bloed staan, maar elk paard kan natuurlijk spanning opbouwen.

Vaak gaat het om paarden die iets teveel letten op hun omgeving en daardoor constant proberen om zich heen te kijken. Ze hebben moeite zich te ontspannen en zich op de ruiter te focussen.

Veel ruiters hebben de neiging zelf ook spanning te ontwikkelen als ze op zo’n paard rijden.

De teugels gaan wat strakker, de benen gaan knijpen, en het bovenlijf begint wat naar voren te bewegen. Dit is een natuurlijke reactie, maar het werkt averechts.

De oplossing hiervoor kan verschillend zijn per paard, maar het komt erop neer dat je het paard zelf ontspanning moet leren opzoeken en hem daarvoor beloont.

4. Stijfheid

Waar spanning juist veel paarden raakt die wat hoger in het bloed staan, zoals kwpn’ ers en volbloeden, is stijfheid juist iets dat je vaker ziet bij koudbloeden zoals haflingers en tinkers.

Koudbloeden zijn gefokt om sterk te zijn, het zijn de bodybuilders onder de paarden. Ze zijn minder lenig en flexibel dan veel volbloeden, waardoor het soms moeilijk voor ze kan zijn om hun stevige lichaam correct te dragen.

Er bestaat een misvatting dat koudbloeden beter een (zwaardere) ruiter kunnen dragen omdat ze sterker zijn, maar dit is niet altijd het geval. Ook koudbloeden moeten leren hun lichaam goed te gebruiken zodat de rug niet verkeerd belast wordt.

Ook een lichtvoetige arabier kan natuurlijk last hebben van stijfheid, en er bestaan veel haflingers die hun hoef niet omdraaien voor moeilijke dressuuroefeningen.

Bij stijfheid is het belangrijk om eventuele lichamelijke oorzaken uit te sluiten. Als je paard ineens stijver lijkt dan anders, is er meestal iets aan de hand dat pijn of ongemak veroorzaakt.

Als dit niet het geval is, kun je je paard met bepaalde oefeningen leniger en flexibeler maken. Deze oefeningen kun je ook op de grond doen, bijvoorbeeld aan de lange teugel.

5. Onvoldoende spieren

De meeste paarden hebben genoeg spierkracht om een ruiter te dragen, maar het komt soms voor dat een paard gewoon nog niet sterk genoeg is om zijn spieren op een goede manier te gebruiken.

Dit kan soms het geval zijn bij paarden die eigenlijk nog te jong zijn, of paarden die door een ziekte bijvoorbeeld spierzwakte hebben.


Je moet je in dit geval serieus afvragen of je wel op je paard wil rijden, en je paard eerst sterker maken door middel van training vanaf de grond. Je kunt je paard ook aan de longeerlijn of lange teugel trainen.

Er zijn ook paarden die in stap wel nageeflijk lopen, maar in draf hun balans verliezen. Dit is vaak een combinatie van een gebrek aan spierkracht en balans. Het kan ook zijn dat de ruiter het paard uit balans brengt en nog niet goed weet hoe het paard ‘over de rug’ gereden moet worden in draf.

6. Pijn

Als je problemen opmerkt tijdens het rijden met je paard, is het altijd wijs om goed te controleren of er een lichamelijke oorzaak is voor de problemen. Een paard heeft een groot en gecompliceerd lichaam, en we vragen best wel veel van ze.

Een paard geeft meestal niet ‘bewust’ aan dat er iets aan de hand is met zijn lichaam, dus moeten we goed kijken en luisteren naar subtiele signalen.

Lichamelijke problemen kunnen ervoor zorgen dat je paard pijn heeft tijdens het rijden en daardoor niet kan ontspannen. Het kan ook gewoon fysiek onmogelijk zijn als er bijvoorbeeld schade is aan de wervels in de rug of de nek.

Vraag een goede instructeur om te kijken naar jou en je paard terwijl je rijdt, en vraag ook de veearts om eens mee te kijken. Iemand met veel ervaring kan misschien aan de hand van het gedrag van het paard en zijn manier van bewegen gelijk zien waar het probleem gezocht moet worden.